Geschreven door Joost
|
woensdag 10 mei 2017 19:46 |
Een korte vakantie. Een paar dagen Bazel en een stel in München. De terugreis was langer dan ik dacht. Ik ben geen kilometervreter. Bijna 800 kilometer op een dag is veel, zeker nu de oosterburen zo ontzettend veel aan de weg werken. Thuis las ik dat zelfs in Autobahnland nummer 1 onderhoud en uitbreiding van het wegennet politiek is.
Gesloopt, zo stapte ik thuis uit de auto. Filerijden vergt veel van een bestuurder. Misschien had ik de afstand in twee dagen moeten rijden. “Misschien had je beter hier wat kunnen rondfietsen dan daar in die steden,” schamperde mijn buurman terwijl hij toekeek hoe ik mijn fiets de auto uit wurmde. Zijn stelling: hoe langzamer je reist, hoe meer je ziet. “Dus de goedkoopste en minstens zo indrukwekkende vakantie beleef ik als ik me tijgerend naar de Jumbo beweeg,” beet ik terug. Hij lachte en zei dat dat inderdaad zo was. “Bovendien kost een nieuwe spijkerbroek minder dan een volle tank. En produceert minder fijnstof.”
Wende op wende
Duitsland investeert de komende vijftien jaar 270 miljard euro in haar infrastructuur. Uit linkse hoek komt kritiek: het project zorgt voor nog meer verkeersbewegingen en schuift milieuvriendelijke alternatieven op de lange baan. Links pleit voor een ‘sozial-ökologische Verkehrswende’. Kan Duitsland nog een Wende aan? Ik moet u het antwoord schuldig blijven. Wel weet ik dat Wende een welkom concept is: eenmaal in de wereld geroepen is het gemakkelijk te hergebruiken. Nederland kan wel een paar Wendes gebruiken.
“Ook in Nederland was er afgelopen week goed nieuws wat de investeringen in infrastructuur betreft,” juichte een vrachtautobestuurdersplatform vorig jaar. Voor deze truckers is infrastructuur een synoniem voor autosnelweg. Verkeersremmende constructies (drempels) vallen echter ook onder infrastructuur, net als fietspaden en busbanen. We zijn allemaal infrastructuurgebruikers. De een per fiets of te voet, de ander per auto (of tijgerend). Daarom is infrastructuur politiek.
Goedkope kilometers
Heeft investeren in de uitbreiding van het wegennet zin? Volgens het demissionaire ministerie van Infrastructuur en Milieu wel, een noodzaak zelfs. De Loendersloot Groep, een adviesbureau voor verkeer en mobiliteit, ziet het 'wegasfalteren' van files niet als oplossing voor het mobiliteitsvraagstuk. “Alleen al vanwege de gevolgen voor de gezondheid en leefbaarheid.”
De BREVER-wet zegt dat ieder mens altijd een vrijwel constante hoeveelheid van zijn tijd besteedt aan reizen. Maar in die tijd gaat men wel grotere afstanden afleggen doordat de vervoersmiddelen sneller worden en de infrastructuur verbetert en toeneemt. Simpel gezegd: meer wegen, meer kilometers. Ook het goedkoper worden van kilometers speelt een voorname rol in de toename van de mobiliteit. Goedkoper? Ja, kijk maar naar het vliegverkeer.
Geheid een hit
Interessant was een gesprek met Bas Eickhout (D66) op de radio. De interviewer stelde dat een volledig bezet vliegtuig – dat bijvoorbeeld op Napels vliegt - minder CO2 uitstoot dan de auto’s die nodig zouden zijn om hetzelfde aantal personen naar dezelfde plek te vliegen. De interviewer wou ermee aangeven dat vliegen zo slecht nog niet is. Hij vergat gemakshalve te zeggen dat door het goedkoper worden van vliegreizen meer mensen gingen vliegen. Zouden al deze mensen dezelfde afstand met de auto moeten reizen, zouden velen dichterbij huis blijven. Tien uur achter het stuur is geen sinecure.
Er lijkt geen houden aan, de Nederlandse infrastructuur slibt dicht. Tenzij tijgeren de toekomst wordt. Vakantie in eigen land wordt daardoor geheid een hit. |
Geschreven door Joost
|
woensdag 26 april 2017 21:54 |
Ter gelegenheid van de Dag van de Aarde schreef Koert van Mensvoort een brief aan de mensheid. Ik ontving deze in fysieke vorm: een aan weerszijden bedrukte strook papier van bijna een meter lang. Een flinke lap tekst die het lezen zeker waard is. Sterker nog, het is een belangrijke tekst, een pleidooi voor technologische verandering die de menselijkheid vergroot.
“We moeten de mens niet langer duiden als de anti-natuurlijke soort die de natuur slechts bedreigt en elimineert, maar als een evolutionaire katalysator.” Dit schreef Koert van Mensvoort jaren geleden. De mens als evolutionaire katalysator, hierin zit al iets ongemakkelijks: de mens die vanaf de zijlijn en louter als katalysator een autonoom evolutieproces beïnvloedt. Kan dit evolutieproces zonder de mens?
Parasitaire techniek
Van Mensvoort noemt de relatie tussen de mens en technologie co-evolutionair – zonder techniek geen mens en zonder mens geen techniek. Maar, zegt hij, in iedere co-evolutionaire relatie bestaat het risico dat deze parasitair wordt. “Technologie heeft ons nodig om zich te verspreiden en voort te planten.” We lopen het risico in een situatie te komen waarin wij onze technologie dienen, waarin de technologie op ons parasiteert. Het volgende voorbeeld van Van Mensvoort roept een wereld vergelijkbaar met die in de speelfilm The Matrix:
“Het ultieme schrikbeeld is dat u als mensheid uiteindelijk nog slechts het seksorgaan bent dat een groter technologisch organisme nodig heeft om zich voort te planten en te verspreiden. Een dergelijke inkapseling van leven binnen een groter organisme zien we vaker in de natuur; denk bijvoorbeeld aan de bacteriën die binnen onze darmflora allerlei nuttige taken verrichten. Zijn we straks nog slechts de microben in de maag van een technologisch organisme?”
Zieke netwerken
Dit wil Van Mensvoort niet en daarom pleit hij voor een humane technologie en richtte hij Next Nature Network op. Ik vind zijn ‘brief aan de mensheid’ erg mooi omdat ze getuigt van creatief denkvermogen. Zijn betoog is genuanceerder dan de gemiddelde vooruitgangsdenker die in technologie sec, dus zonder de menselijke factor, een panacee ziet. Technologie en natuur staan dichter bij elkaar dan we denken. De mens is nodig om technologie binnen het culturele domein te houden. Elders licht Van Mensvoort ook dat helder toe:
“Cultuur is dat wat we beheersen. Onder natuur vallen de zaken die een autonome kwaliteit hebben en buiten de macht van de mens vallen. In deze nieuwe indeling behoort een kastomaat tot de culturele categorie, terwijl we computervirussen als een natuurlijk fenomeen zijn gaan beschouwen. […] We spreken van natuur omdat het functioneert als natuur, ook al is het niet groen. Menselijk handelen is zelf geen natuur, maar kan wel natuur veroorzaken, echte natuur in al zijn functioneren, gevaren en mogelijkheden.”
Mijn laptop bezweek onlangs opeens. Het apparaat was al enige tijd ernstig ziek, wist de expert die de autopsie uitvoerde. Ik was alles kwijt. “Is het virus nu ook dood,” vroeg ik de expert. “Nee, dat houdt zich op in netwerken en zolang die er zijn, kan het slachtoffers maken.” |
|
Pimp uw park met een tijger |
Geschreven door Joost
|
woensdag 19 april 2017 08:31 |
De tijger heeft de beste assets, beweert het management van Natuurpark De Goereese Ondermaat. Kinderen genieten van zijn bloeddorstige skills. Dat andere parken zo hun zwakke herten gemakkelijk kwijt kunnen, is niets anders dan een win-winsituatie. “En hij was niet eens zo heel duur,” bekent de CEO, die zijn zieltogende park dankzij de roemruchte jager tot een sterk merk wist om te vormen.
Lange tijd gold de wolf, de filosoof onder de viervoeters, als beste kanshebber. Maar omdat dit dier een broertje dood aan grenzen heeft – het laat zich niet houden – moest men op zoek naar een alternatief. De wolf is het huilen vergaan. “Het Nederlandse denkkader is me te nauw,” proestte de grijze vrijbuiter in een recent interview.
Het verbaast niemand dat de rode rat de kant van de wolf kiest. Experts menen dat het samenspannen van deze twee de mogelijkheid tot consensus ondermijnt. Vanaf volgende week zet men daarom het gedomesticeerde en met neoliberale trekjes ingefokte wilde zwijn in om de rode rat te bejagen. De wolf wordt voorlopig nog getolereerd, op voorwaarde dat hij bereid is de taal van zijn verblijfsgebied te gaan spreken.
Blije das
Belevingsregio De Graatmagere Vlakten gokte op competitief voordeel met het invliegen van twee panda’s. Helaas stimuleerde de Hollandse grijze lucht de depressieve inborst van deze real-life-knuffels. Ze verwaarloosden zichzelf al snel; het kenmerkende wit van hun vacht werd smoezelig met als gevolg dat bezoekersaantallen kelderden. Dit overigens tot vreugde van de das.
Tijgers zijn aartslui en ijdel: ze laten zich graag bekijken. In die zin passen ze perfect in onze cultuur. Daarbij symboliseert hun gestreepte vacht de geframede diversiteit van onze natie. Toch zijn er tegengeluiden. Kritische consumenten willen geen tijgers; ze zouden niet inheems zijn. “Onzin,” zegt topman Zevernek van cultuurpark De Botlek. “Heel lang geleden zwierf hier de sabeltandtijger rond en bovendien huisvesten we de tijgermug.” Zevernek verdiende zijn sporen in de etaleursbranche. “Branding is my middle name!”
Stoer bos
“Duinen doen het goed,” zegt Marloes Brul. Sinds haar aantreden als übermanager van Natuurtuin De Holle Eik, het laatste stukje nationaal oerbos, loopt het storm. “We hebben de meeste bomen gerooid en overal de humeuze toplaag verwijderd. Duinen ontstaan zo als vanzelf. Dit is een kostenbesparing van jewelste omdat we er eerder vanuit gingen dat we duinen van elders hierheen zouden moeten verplaatsen. De kostenbesparing stelde ons in staat ons bezoekerscentrum met een factor tien te vergroten. Hiermee is ruim de helft van het park overdekt. De huidige 3D-tentoonstelling ‘Oerbos, ooit een stoer bos’ is een instant succes, net als onze voortreffelijke latte macchiato en de scherp geprijsde vogelhuisjes van eikenhout uit eigen tuin.”
“Alleen als je mensen in je park onderbrengt, stijgen de bezoekersaantallen,” lispelt een tuinkabouter in ruste desgevraagd. “Mensen kijken toch het liefst naar elkaar.” Dertig jaar schoffelde dit kleinmens in de Efteling, veruit het groenste park van Nederland. |
Een intellectuele survivalkit |
Geschreven door Joost
|
woensdag 12 april 2017 15:38 |
Socrates vergeleek zichzelf met een horzel die luie paarden steekt. Horzels zijn irritant, we zijn ze liever kwijt dan rijk. Horzels houden je scherp. De begrippen van filosoof Isabelle Stengers steken als de vragen van Socrates.
In 2009 publiceerde Isabelle Stengers In Catastrophic Times: Resisting the Coming
Barbarism. Een boek over de nefaste effecten van het kapitalisme op de aardse gebeuren. De filosoof gebruikt James Lovelocks begrip Gaia, waarmee de aarde als een ‘being’, een levend wezen, wordt voorgesteld. Het kapitalisme in relatie tot Gaia heeft ons, volgens Stengers, een nieuw tijdperk binnen geleid:
“In short, in this new era, we are no longer only dealing with a nature to be “protected” from the damage caused by humans, but also with a nature capable of threatening our modes of thinking and of living for good.”
Samen verdrinken
Extreem weer, hoog water, droogte, kortom: de grillen van Gaia dringen irreversibel steeds dieper onze levens binnen. Groene groei ziet Stengers als logische kapitalistische vervolgstap en daarom zeker niet als het model voor de redding van de aarde. Wie daarin gelooft, begaat dezelfde fout als de kikker in de onderstaande fabel, waarin de schorpioen niet anders dan naar zijn natuur kan handelen.
“The frog agrees to carry a scorpion on his back across the river. If the scorpion stung him, wouldn’t they both drown? And yet the scorpion stings him, right in the middle of the river. With his last breath the frog murmured “why?” to which the scorpion, just before sinking,
responded: it’s in my nature, I couldn’t help doing it.”
Helse alternatieven
Heel fraai en bruikbaar is Stengers’ begrip ‘infernal alternatives’. Feitelijk niets anders dan een retorische truc waarmee de waaier aan mogelijkheden wordt ingeperkt door een situatie voor te stellen als een sterke keuze tussen slechts twee opties. De ene optie is rampzalig en de andere verantwoord, de keuze van een ‘weldenkend’ mens. De verantwoorde keuze komt niet toevallig altijd voort uit de marktfundamentalistische ideologie in dienst van het kapitalisme. Stengers geeft in haar boek een paar voorbeelden, maar het mooiste voorbeeld gaf Halbe Zijlstra vorig jaar met betrekking tot de klimaatwet:
"Als we in Nederland meer gaan doen dan in de rest van de wereld, dan zal het eindresultaat zijn dat er in Nederland bedrijven naar andere landen vertrekken, waar ze meestal milieuonvriendelijker gaan produceren. Dan is het resultaat dat Nederland armer wordt, en de wereld nog steeds warmer."
Zijlstra geeft twee opties. De eerste pleit voor doorgaan zoals te doen gebruikelijk en de tweede is infernaal, want armoede. Een vergelijkbare binaire keuze werd Griekenland enige jaren geleden voorgelegd: of jullie aanvaarden de harde besparingseisen van de trojka, of jullie land zal in totale chaos ontaarden.
In Catastrophic Times: Resisting the Coming Barbarism verrast door de enorme diepgang – om deze te ervaren, moet het kleine werk echter wel van kaft tot kaft gelezen worden. Stengers komt niet met oplossingen, maar schetst wel wat nodig is om met Gaia om te gaan nu ze bij ons in komt wonen. Misschien is dit werk niets minder dan een intellectuele survivalkit. |
|