Geschreven door Joost
|
woensdag 18 januari 2017 11:22 |
Geluid, het ondergeschoven kindje van de milieuproblematiek roert zich. En niet zo’n beetje ook. Geluid is het subjectieve hinderstadium voorbij. Binnen afzienbare tijd gaan we kapot van de herrie.
Zo rond mijn dertiende was ik gek op wapens. Bij de bieb haalde ik rijk geïllustreerde boeken waarin de mafste wapens beschreven en afgebeeld werden. Met een goedendag sloeg je hersenpannen in. In een boek dat de geschiedenis van wapentuig behandelde, vergaapte ik me aan een wapen dat middels geluid mensen de dood in joeg. Omdat het toch al te cynisch was, dit wapen, was het nooit echt wat geworden.
Ik wist dus al vroeg dat geluid dodelijk kan zijn. Verleden week bevestigde de Gezondheidsraad en het RIVM dit morbide gegeven. “De Gezondheidsraad houdt geluidsoverlast verantwoordelijk voor de dood van tientallen tot enkele honderden Nederlanders per jaar,” lees ik op de website van De Kennis van Nu. Sowieso zal, als maatregelen uitblijven, herrie binnen twintig jaar het milieuprobleem zijn met de grootste impact op de volksgezondheid. Hoe doet geluid dat, mensen ziek maken, doden zelfs?
Walvishuilen
Op zoek naar een antwoord betrad ik als volstrekte leek de wereld van het geluid en wat het met mensen doet. En wat het met mensen doet, dat is niet niks. Het begint met genot, zoals iedereen weet, met muziek, walvishuilen en een klaterend beekje. Waar muziek tot openluchtfestival transformeert, slaat genot spoedig om in ergernis.
Een beetje rondneuzen en doorklikken op Wikipedia leert dat geluid bijvoorbeeld een prima wapen is om demonstraties uiteen te slaan, of gewoon lam te leggen omdat mensen misselijk worden en gedesoriënteerd raken. Men kan spelen met amplitude en frequentie, afhankelijk van wat men mensen wil aandoen. O, en infrasoon geluid (geluid met een frequentie lager dan 20 Hz) kan iemand spoken doen waarnemen. Buitengewoon interessant is het verhaal over Vladimir Gavreau die de nare effecten van infrasoon geluid in 1957 bij toeval ontdekte en ondervond.
Slapend ziek
Is dit nu het geluid waarover de Gezondheidsraad en het RIVM aan de bel trekken? Nee, zij wijzen op de alledaagse aanwezigheid van veel geluid in onze leefomgeving. Het weinig spectaculaire geluid zogezegd, maar niet minder schadelijk.
Het tv-programma De Kennis van Nu deed een slaapexperiment. Wetenschappers stelden de presentatrice tijdens haar slaap bloot aan voornamelijk verkeersgeluid. Op zeker moment steeg haar hartslag met dertig slagen per minuut terwijl ze gewoon doorsliep. “Je kunt niet gewend raken aan herrie,” zegt de onderzoeker. “Wel kun je gewend raken aan slecht slapen.” En precies schuilt de stille sloper, die lawaai is. “Je kunt je ogen sluiten, maar je oren niet,” completeert de man zijn verhaal.
De werkelijkheid is luidruchtiger dan de modellen die de overheid hanteert. Dit baart zorgen, temeer daar de overheid de normen nog wat versoepeld heeft. Ik ben er een beetje misselijk van. |
Geschreven door Joost
|
woensdag 11 januari 2017 11:04 |
VPRO’s Onzichtbaar Nederland is de enige serie die ik helemaal en met genoegen uitkeek. Na de laatste aflevering dacht ik: dit land is een machine, een technisch-cultureel systeem. Werkelijk alles hangt hier met alles samen. En het functioneert verhip nog ook. Nog.
Alle afleveringen van Onzichtbaar Nederland zijn online beschikbaar. Eén groot technisch-cultureel systeem. Dit deed me denken aan een artikel in De Groene Amsterdammer over de vier grootste voedselmultinationals van de wereld. Deze vier megabedrijven vat men onder de noemen de ABCD, van ADM, Bunge, Cargill en Dreyfus.
In 2014 vroeg de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (wrr) zich af of deze bedrijven niet niet too big to fail worden. Zijn deze bedrijven niet zo groot dat, mocht er onverhoeds een omvallen, de voedselvoorziening in het gedrang komt? Moeten deze bedrijven dus koste wat kost overeind gehouden worden? Goeie vraag, voor een andere keer. Ik hield me bezig met de vraag of dergelijke bedrijven naast (mogelijk) too big to fail niet ook too big to turn zijn. Daarbij dacht ik aan de grootste containerschepen, die eenmaal op koers, nauwelijks bij te sturen zijn.
Business case
Shell is too big to turn volgens Jelmer Mommers van De Correspondent: “De olie- en gasgigant wil graag groener worden, maar zit vast in het fossiele systeem. “ Een Shell-medewerker biecht op zich niet meer dan radertje binnen het bedrijf te voelen. De CEO is een heel groot radertje, maar ook hij kan de koers niet wezenlijk verleggen, vult Mommers aan en geeft de reden waarom dat niet kan:
“Shell moet doen wat het meest winstgevend is. Shell kan alleen in duurzame energie stappen als de business case goed genoeg is, en wat dat betreft blijven zon en wind achter bij olie en gas.”
De business case dus. De business case van stuntwinkels als Action werd toegelicht in een nieuwe serie: De Prijsvechter. Een leerzame eerste aflevering. Zo pogen prijsstunters hun prulspul niet als commodity maar als fast moving goods aan de man te brengen. Fast moving goods? “Ja,” antwoordt een onderzoeker, “net als een Snicker.” Want alleen zo vinden we het niet erg dat we deze producten daags na aankoop weer weggooien.
Dunne marges
Om onze koophonger te stillen importeren we dus scheepsladingen schoon afval vanuit productieland China. Hoe kunnen die prijsstunters hun waar zo goedkoop aanbieden? Meestal gaat de kostprijs vier tot vijf keer over de kop, maar winkels als de Action nemen genoegen met twee keer omdat ze het van de bulk moeten hebben. Ik vraag me af hoe we dit tij gekeerd krijgen.
Ik sprak een varkenshouder. Zijn stal huisvest 1500 fokzeugen, wat het tot een groot bedrijf maakt. Hij moet wel, zegt hij. De kostprijs is namelijk zo hoog, dat hij het van de grote hoeveelheid moet hebben. Dunne marges dwingen tot grootschalige productie. De business case. De varkensboer bracht me weer terug bij de aflevering over voedsel van de serie Onzichtbaar Nederland. Het was vooral deze aflevering die me deed beseffen dat alles met alles samenhangt. Systeem Nederland is too big to turn. |
|
Geschreven door Joost
|
woensdag 21 december 2016 11:35 |
Een hele tijd geleden hoorde ik een politica van rechtse snit op de radio zeggen dat ze zo genoot van een kunstwerk dat bestond uit een groep natuurgetrouwe beelden van koeien. Zulke kunst zou mooi zijn omdat je meteen ziet wat je ziet.
Het gevolg van deze kunstopvatting laat zich raden: waarom subsidiëren we kunst die niet meteen duidelijk is? Veilige kunst wil de politica. Kunst die zich niet meteen toont, maakt boos en moet daarom wel het werk van de vijand zijn, zeer waarschijnlijk uit de radicaal linkse kerk. Door de subsidiekraan dicht te draaien snoeren we het linksvolk de mond.
Thierry Baudet van politieke partij Forum voor Democratie vindt dat moderne kunst breekt met de schoonheid. Kunst moet geborgenheid bieden, vindt hij. Kunst moet niet shockeren, enzovoorts. Baudet munt het begrip oikofobie. De modernist lijdt volgens hem aan ‘angst voor het eigene’, oftewel oikofobie. Verpot je geest, Baudet.
Gezonde realpolitik
Een jaar geleden erkende Baudet de invloed van de mens op het klimaat. De mate waarin is volgens hem niet met zekerheid vast te stellen. Dus moeten we ons niet bezighouden met reductie van de uitstoot van CO2, een onzichtbaar gas. Overstappen op duurzame energie vindt hij overigens wel nodig om geopolitieke redenen: onafhankelijkheid van de Arabische wereld – Rusland noemt hij welbewust niet.
Het klimaatprobleem noemt hij een doemverhaal. Het overstappen op duurzame energie om geopolitieke redenen noemt hij ‘een gezonde vorm van realpolitik’. Gezond? Ja, want door in te steken op duurzame innovatie wordt de lucht minder vies ‘want verbrandingsmotoren maken gebouwen en longen zwartgeblakerd’.
Radicaal alternatief
Baudet vindt het klimaatprobleem te groot en te complex voor het volk; zwartgeblakerde longen en gebouwen zijn daarentegen zichtbaar, concreet en dichtbij. Hij reduceert milieuproblemen tot roet, dat binnen de landsgrenzen kwaad aanricht, wellicht omdat hij denkt dat de mensen het dan wel kunnen begrijpen. Baudet wil de wereld kleiner maken, precies zoals Trump wil. Make America great again lijkt een hedendaagse algemene rechts-politieke formule te gaan worden: make x great again. Baudet schuift zijn waardering voor Trump niet onder stoelen of banken.
“‘Links’ is een radicaal alternatief, of is het niet,” stelde Willem Schinkel onlangs in een bijzonder sterk artikel over het ‘verschijnsel Trump’. Radicaal is via het Frans ontleend aan Laatlatijn radicalis: ‘betrekking hebbend op de wortel, fundamenteel’. Het Latijnse radix betekent wortel. Radicaal is dus zoiets als het met wortel en al wegnemen. Tegelijk wortelt een radicaal persoon zich in nieuwe (theoretische of levensbeschouwelijke) grond. Radicalisering is dus eigenlijk het verpotten van de mensengeest. Vandaar: Verpot uw geest!
Ik denk dat de voortgang van de aanpak van het klimaatprobleem een radicaal links alternatief vereist. Komt dat er niet, koop dan een rubberboot of een huis op een of andere hoogvlakte. |
Geschreven door Joost
|
donderdag 15 december 2016 00:00 |
Om afval optimaal te scheiden moeten alle neuzen dezelfde kant op staan. Scheiden is dus niet gebaat bij verdeeldheid. Is dit een paradox?
Verdeeldheid ontstaat door een scheiding van meningen op onvaste gronden (oftewel drijfzand). Trump schijnt een meester te zijn in het scheiden der meningen. Hij grossiert in onvaste grond – ‘building lie upon lie’. Verdeel en heers, dat is zijn strategie. Je tegenstander in het ongewisse laten.
Dan het Europese Nederland. Aan het woord is hoogleraar bestuurskunde Mark Bovens: "Vroeger zei je altijd: 'In Europa gebeuren dingen tien jaar later dan in de VS'. Wat je nu ziet, is eigenlijk andersom. De winst van Trump lijkt heel erg op wat we al jaren in West-Europa zien."
Verdeeldheid dreigt hier ook. Na de aanstaande verkiezingen hebben wij zeer waarschijnlijk een Trumpalike als minister-president. Maar het is niet allemaal verdeeldheid, wat hier de klok slaat.
Scheiden
Jongstleden juli had Nieuwsuur een item over afval als grondstof en over het streven naar 100% recycling. Mooi item met een opvallend optimistische toon. Het was hoogleraar Resources & Recycling Peter Rem die de opgewekte toon wat matigde. Amsterdam wil naar ruim drie keer meer afval scheiden en gaat haar inwoners daarvoor meer aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Peter Rem:
"Als je kijkt wat alle partijen in Nederland doen, dan moet je concluderen dat de burger al verreweg het meeste doet. De burger doet zijn best, maar heeft heel beperkte mogelijkheden. […] Wij produceren met zijn allen in Nederland zo'n 60 miljoen ton afval, het restafval van burgers is daarvan maar 5 miljoen ton. De rest komt van het bedrijfsleven."
Afvalloos
Rem zegt impliciet dat alle neuzen dezelfde kant op moeten; niet alleen de neuzen van de burgers. Krap een half jaar later begint het kwartje te vallen, op instigatie van de overheid en met geld uit Europa. Provincie Gelderland steekt een hoop geld in het voorkomen van afval bij bedrijven. Het streven is een afvalloze economie.
Nederland bant afval langzaam uit en Trump maakt er nu al een bende van. Nieuw bewijs daarvoor is de benoeming van ExxonMobils CEO Rex Tillerson tot secretary of state. Een zakenpief tot politicus gebombardeerd, waar kennen we dat van? Het was geen succes, gelukkig. |
|